Onderzoek heeft aangetoond dat het een fragment is van een middenpaneel van een voormalig drieluik. Het toont een gedetailleerd en ook realistisch vergezicht op de stad Breda. De stad is nog omringd door de middeleeuwse stadsmuren en de Grote Kerk domineert de toen nog kleine stad. Het is voor het eerst dat het kasteel van Breda in zijn laatmiddeleeuwse gedaante is te zien. Op het werk zijn verder veel huizen te zien, sommige nog van hout met rieten daken. Wat dit panorama zo bijzonder maakt is dat vrijwel alles tot in details naar de toenmalige werkelijkheid is afgebeeld. Archeologische en bouwhistorische gegevens komen overeen met wat het schilderij laat zien. Als natuurgetrouw gezicht van een stad is dit Bredase panorama het oudste dat nu bekend is in de schilderkunst van Nederland. Dankzij de nauwkeurigheid waarmee de gebouwen zijn afgebeeld is het schilderij zeer nauwkeurig te dateren: tussen 1518 en 1520. Breda stond toen op de drempel van de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Het jaar 1518 was ook het jaar waarin de voorvaders van ons koningshuis, Engelbrecht II en Hendrik III van Nassau zichzelf, hun familie en ook de stad Breda nadrukkelijk op de kaart wisten te zetten. Het aantal inwoners van de stad groeit in deze tijd snel. Begin zestiende eeuw kwam de Grote Kerk grotendeels gereed.

 In de stad verrezen in deze periode voorname huizen van families met een relatie tot het hof van de Nassaus. Op het stad panorama is een aantal daarvan goed te zien.

 

In de omgeving van wat nu Breda is, zat je precies tussen hoge en dus droge plekken en de lage plaatsen waar het nat was. De mensen zwierven rond en konden jagen in het bos op de hoge plekken. Vissen deden ze in de lagere gebieden, waar de rivieren naar de zee stroomden. Er was dus veel voedsel. Daarom gingen mensen hier wonen in hutten. Ze verbouwden groenten en graan. Ook hielden ze dieren. Ze gebruikten gereedschap dat is gemaakt van vuursteen en dierenbotten. De hutten werden later kleine boerderijen. Er ontstaan dorpjes. De mensen konden toen ook van ijzer en brons gereedschap maken. Ook maakten ze aardewerken potten. Op het plaatje zie je hoe het er toen uit zag. Weer later kwamen de Romeinen hier wonen. De grens van hun rijk liep langs de rivier de Rijn. Om de grens te bewaken woonden er veel Romeinse soldaten langs de Rijn. In Breda woonden er maar een paar, omdat de Rijn er een eind vandaan ligt.

Nadat de Romeinen weg waren, bleven de dorpjes groeien. Dit speelt rond het jaar 500. Bij de dorpjes lagen weilanden en akkers. Soms was er een eigenaar van de grond voor wie de andere boeren werkten. Keizer Karel de Grote was de heerser over een heel groot gebied in Europa. Het belangrijkste geloof was het christendom. Het leven in de dorpjes viel niet altijd mee. Zeker niet toen de Noormannen hier rooftochten hielden.

Breda verwerft stadsrechten in 1252 en is daarmee één van de eerste stadjes van noordelijk Brabant. Om het plaatsje goed te kunnen verdedigen, wordt het aan het begin van de 14e eeuw ommuurd. Rondom de stad liggen de singels. Op strategische punten staan houten wachttorentjes. Onder invloed van de Hollandse Edelman Jan van Polanen ontstaat een klein middeleeuws stadje. En op dinsdagochtend (precies zoals nu) bezoekt u de weekmarkt. Die is er sinds 1321 tot op de dag van vandaag.

Bronnen: Wikipedia 

junior.erfgoed.breda.nl