



Toen de Opstand bijna was afgelopen, was Breda voorgoed in bezit van de Nederlanders. De stad was heel erg beschadigd door alle gevechten in en rond de stad. Er was veel armoede en weinig te eten. De Spaanse en Nederlandse soldaten hadden alles geplunderd. Breda was niet meer zo'n belangrijke stad als in de tijd van de Nassaus. Amsterdam en Den Haag waren nu de belangrijkste steden. Holland beleefde zijn Gouden Eeuw. Breda bleef wel belangrijk voor de verdediging van de Nederlanden. Daarom werd de vesting opnieuw versterkt. Er bleven veel soldaten in de stad wonen en werken. Voor het geval er weer oorlog uitbrak. Zo'n stad met veel soldaten heet een garnizoensstad. Deze soldaten hadden best wat geld te besteden. Daarom nam de welvaart langzaam weer toe. Door de vrede was het rustig in en rond de stad. Vanwege vrede hoefden mensen ook niet meer bang te zijn buiten de stadsmuren. Ver buiten de muren was het prettiger wonen. Rijke mensen gingen daarom naar het platteland van Breda. Zij bouwden daar landhuizen en kleine kasteeltjes met grote tuinen er om heen. Ook het bestuur van de stad zorgde dat het steeds beter ging. Er werden nieuwe wegen over land en over water aangelegd, zodat handelaars van en naar de stad konden komen.
Terwijl Holland zijn Gouden Eeuw beleefde ging het in Breda minder goed. De stad en haar bewoners hadden veel te lijden van de Opstand. Toen er eindelijk vrede kwam, in 1648, duurde het nog een tijdje voordat het beter ging. Het stadsbestuur liet nieuwe wegen over land en water maken. Ook kwamen er landgoederen rondom Breda te liggen. Rijke mensen lieten vaak een landhuis of kasteeltje bouwen met tuinen er om heen. Dit alles zorgde er voor dat er langzaam weer wat meer welvaart kwam. Binnen de stadsmuren werd het steeds voller. En net buiten de muren mocht je niet wonen. Het leger wilde alle ruimte hebben om te kunnen schieten op de vijand. Op het plaatje zie je hoe de vesting Breda er van bovenaf uit zag. Aan het einde van de negentiende eeuw, rond 1870, gebeurde er iets belangrijks. De stadsmuren worden afgebroken. Daardoor konden mensen ruimer gaan wonen. In deze tijd werden mooie straten met statige huizen en parken rondom het centrum aangelegd. Zoals bijvoorbeeld het Park Valkenberg. Hier kun je nog de resten van stadsmuren zien. Van de oude grachten om de stad maakte men de singels .Breda kreeg ook net buiten de oude vesting zijn eerste spoorlijn. Met het spoor werden mensen en goederen van en naar Breda gebracht. Er waren al enkele fabrieken. Maar nu er meer ruimte was, werden er flink wat bijgebouwd achter het station. Zo kwam er bijvoorbeeld een grote suikerfabriek en fabriekjes die van alles maakten van fruit.
Breda was rond deze tijd een belangrijke militaire stad. Er was veel bedrijvigheid. Binnen de stadsmuren werd het steeds voller. En net buiten de muren mocht je niet wonen. Het leger wilde alle ruimte hebben om te kunnen schieten op de vijand. Binnen de stad leefden de mensen dicht opeengepakt. Stinkende fabrieken stonden gewoon naast de huizen. Het was er niet altijd even schoon. Waterleiding of riool hadden de mensen nog niet. Daar kwam vanaf 1850 gelukkig verandering in. Rond 1870 gebeurt er nog iets belangrijks. De vestingwerken van Breda worden afgebroken. Daardoor konden mensen ruimer gaan wonen. Ook werden een waterleiding en riool aangelegd. Dat zorgde ervoor dat iedereen het een beetje beter kreeg. In deze tijd werden mooie straten met statige huizen en parken rondom het centrum aangelegd. Zoals bijvoorbeeld het Park Valkenberg. Hier kun je nog de resten van stadsmuren zien. Van de oude grachten om de stad maakte men de singels. In de mooie huizen gingen de iets rijkere mensen wonen: de burgerij. Dat waren geen edellieden maar bijvoorbeeld rijke fabrieksdirecteuren. Voor de arbeiders was het leven nog zwaar. En er waren veel arbeiders in Breda. Zij werkten in de fabrieken rond de stad. Een van die fabrieken is er nog steeds. De Hero en is een frisdrankfabriek.
Bronnen: Wikipedia
junior.erfgoed.breda.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb